How to play:
- Click a color button, then click one of the articles of clothing under the color buttons to change the color.
- Click the
blouse button to change the style of the blouse. - Click the
pants button to change from pants, shorts, or a skirt. - Click the shoe
button to change the type of shoes. - Click the red button with stripes
to change the decoration on the blouse. - Click a color button, then click the blue button with stripes
to change the color of the decoration. - You can drag the bows and the flowers wherever you want: in the hair, on the shirt, on the shoes, etc.
What is learned: This activity gives practice with the position and use of adjectives. Notice the word order and the feminine and masculine forms of the adjectives.
Getting the most out of the activity: Learn all of the colors. Click each color button and say the words. Then try to say the word before you click the button.
Repeat the sentences that you hear. Make sure you try each item.
Group activities: After doing the activity, point to articles of clothing and have the students describe the items. One can ask the question, the other gives the answer. Take turns. Go around in a circle, each person has to name something that he is wearing.
Kies kleren, kleuren en patronen voor het kleine meisje.
Hoe spelen we:
- Klik op een kleurknop, klik daarna op de kledingsstukken om de kleur te veranderen.
- Klik op de bloesjesknop om de stijl van het bloesje te veranderen.
- Klik op de broekenknop om van broek, short of rok te veranderen.
- Klik op de schoenenknop om het schoeisel te veranderen.
- Klik op de
rode knop met strepen om de decoratie van de bloes te veranderen. - Klik op de kleurknop, klik daarna op de
blauwe knop met strepen om de decoratiekleur te veranderen. - Je kan de strikken en bloemen slepen op het haar, op de hemd, op de schoenen, enz.
Wat leer je: deze activiteit oefent de positie en het gebruik van adjectieven in. Let op de woordvolgorde en op de vrouwelijke en mannelijke vormen van adjectieven.
Haal zoveel mogelijk uit de activiteit: leer alle kleuren. Klik op elk kleurknop en zeg het woord. Probeer daarna om eerst het woord te zeggen en dan pas te klikken. Herhaal de zinnen die je hoort. Oefen zeker alle items.Groepsactiviteiten: na de activiteit kan je wijzen naar kledingsstukken. Laat de leerlingen de items beschrijven. Één leerling kan een vraag stellen, een andere leerling kan antwoorden. Speel om de beurten. Ga rond in een cirkel, elke leerling moet een kledingsstuk benoemen dat hij aan heeft.
