Hoe speel je: elke dialoog (conversatie) gaat over een ander onderwerp.
De dialoog zal scene per scene getoond worden, na elke scene volgt een pauze. Gebruik de pauzeknop om te stoppen en de playknop om verder te gaan.
Als aanvulling voor het luisteren, kan je met de muis over de afbeelding bewegen. De naam van het voorwerp zal verschijnen. Klik op het woord om het te horen.
Wat leer je: de leerlingen leren modelzinnen die ze in het dagelijkse leven kunnen gebruiken. De meeste zinnen zijn eenvoudige zinnen die je kunt aanpassen aan de context.
Haal zoveel mogelijk uit de activiteit: luister naar de dialoog, van het begin tot het einde. Herhaal de woorden die je hoort, geef aandacht aan de persoon die aan het praten is.Groepsactiviteiten: print de pagina van de website uit. Laat de leerlingen de dialoog naspelen.
Deutsch | Dutch | |||||
Meine erste Arbeitsstelle | Mijn eerste baan | |||||
Eine junge Frau beschreibt ihre erste Arbeitsstelle . | Een jonge vrouw beschrijft haar eerste baan. | |||||
![]() | Mein Name ist Charlotte Bauer. | Mijn naam is Lotte Mertens. | ||||
![]() | Ich bin eine Informatikerin, | Ik ben een computerprogrammeur, ... | ||||
![]() | und ich arbeite für eine Technologiefirma in der Innenstadt. | en ik werk voor een technologisch bedrijf in het stadscentrum. | ||||
![]() | Vor drei Monaten habe ich mein Universitätsexamen abgeschlossen, | Ik ben 3 maand geleden afgestudeerd van de hogeschool, ... | ||||
![]() | und das ist meine erste Arbeitsstelle. | en dit is mijn eerste baan. | ||||
![]() | Ich bin gerne unabhängig und verdiene mein eigenes Geld, | Ik hou van zelfstandig zijn en mijn eigen geld verdienen, | ||||
![]() | aber mein Leben ist viel anstrengender und langweiliger als vorher. | maar mijn leven is moeilijker...en monotoner...dan vroeger. | ||||
![]() | Jeden Morgen wache ich um 6:30 auf. | Elke dag word ik wakker om 6:30 in de ochtend. | ||||
![]() | Dann stehe ich auf, dusche mich und ziehe mich an. | Dan sta ik op, was me en kleed me. | ||||
![]() | Ich gehe 20 minuten spazieren und dann frühstücke ich. | Ik maak een wandeling van 20 minuten en daarna ontbijt ik. | ||||
![]() | Ich verlasse mein Haus um 7:45 und komme um 8:20 in meinem Büro an. | Ik vertrek thuis om 7:45 en ik kom aan in het kantoor om 8:20. | ||||
![]() | Ich sitze vor meinem Computer und arbeite bis Mittag. | Ik zit achter mijn computer en werk tot de middag. | ||||
![]() | Dann esse ich zu Mittag mit meinen Mitarbeitern. | Ik ga lunchen met mijn collega's. | ||||
![]() | Ich komme kurz darauf wieder und arbeite bis 5 Uhr. | Ik keer direct terug en werk tot vijf uur. | ||||
![]() | Ich komme heim um 5:45. | Ik kom thuis om kwart voor zes. | ||||
![]() | Ich mache mir Abendessen und esse. | Ik maak mijn avondmaal klaar en eet. | ||||
![]() | Ich lese ein bischen, telefoniere mit meinem Freund, | Ik lees een beetje, babbel aan de telefoon met mijn vriend... | ||||
![]() | und sehe fern bis 10 Uhr. | en kijk televisie tot tien uur. | ||||
![]() | Dann gehe ich ins Bett und schlafe sofort ein. | Om tien uur ga ik slapen en ik val onmiddellijk in slaap. | ||||
![]() | ![]() | Computer | computer | |||
![]() | ![]() | Schreibblock | notitieboek | |||
![]() | ![]() | Tisch | tafel | |||
![]() | ![]() | Pflanzen | planten | |||
![]() | ![]() | Jalousie | blinden |