What is learned: Children learn shapes and colors. Notice the word order and the feminine and masculine forms of the adjectives. Getting the most out of the activity: Learn all of the colors. Click each color button and say the words. Then try to say the word before you click the button. Repeat the sentences that you hear. Make sure you try each item. Group activities: Point to various shapes and colors, name the shapes and colors. Fill a page with shapes and colors. Ask the children to name them. Let children glue colored shapes to paper. Then they can tell what is on their paper.
Hoe speel je: klik op de hoed, de ogen, de neus en de mond of op de vorm in het bovenste rode kader. In het onderste rode kader zullen er enkele mogelijkheden verschijnen. Klik op één van deze mogelijkheden en de clown zal veranderen. Wanneer je de mond verandert, zal je hem zien praten met zijn nieuwe mond. De clown zal de cursor volgen met zijn ogen.
Wat leer je: de kinderen leren vormen en kleuren. Let op de woordvolgorde, de vrouwelijke en mannelijke vormen van de adjectieven.
Haal zoveel mogelijk uit de activiteit: Leer alle kleuren. Klik op elk kleurknop en zeg het woord op. Probeer eerst het woord te zeggen en dan pas te klikken.
Groepsactiviteiten: wijs naar verschillende vormen en kleuren. Benoem de vormen en de kleuren. Vul een blad met vormen en kleuren. Vraag de kinderen om ze te benoemen. Laat de kinderen gekleurde vormen plakken op een blad papier. Daarna kunnen de leerlingen vertellen over de vormen en kleuren op hun blad.