Help de muis om de kaas te vinden.
De muis wilt de kaas! Klik op de knoppen en help de muis naar de kaas.
Hoe werkt het: klik op één van de knoppen op de muis te draaien en hem te bewegen door de doolhof om de kaas te vinden. Wanneer hij niet vooruit kan, zegt hij ‘Ik kan niet verder’ of ‘Dat gaat niet.’. Soms kan hij niet verder, maar hij kan dan springen.
Wanneer hij in de tunnel valt, is het donker en kan hij niets anders doen dan vooruit gaan tot hij uit de tunnel komt. Klik op de pijlknop op nog eens te spelen.
Wat leer je: de leerlingen leren de woorden voor ‘draai links’, ‘draai rechts’, ‘draai je om’, ‘ga rechtdoor’ en ‘spring’. Deze activiteit motiveert de leerlingen om een route te plannen door de doolhof. Ze leren de zinnen voor aanwijzingen. Ze leren de woordenschat tijdens het spel.
Haal zoveel mogelijk uit de activiteit: klik op de muur, het hek, het water en de tunnel om de woorden te leren. Probeer verschillende routes in de doolhof, breng de muis naar het water en je hoort hem ‘Ik heb het koud’ zeggen. Breng hem in de tunnel en hoor hem ‘Het is donker’ zeggen. Klik op de‘ga rechtdoor’-knop wanneer de muis pal voor een muur staat, de muis zegt ‘ik kan niet verder’ of ‘dat gaat niet’. Hij zegt ‘danku’ wanneer hij de kaas bereikt. Herhaal de woorden en zinnen die je hoort.
Groepsactiviteiten: laat de studenten staan. Klik op de knoppen in het Muisdoolhofspel om de woorden draai links enz. te horen. De leerlingen moeten de aanwijzingen volgen. Wanneer een leerling niet vooruit kan gaan, moet hij/zij ‘ik kan niet verder’ of ‘dat gaat niet’ zeggen.
Kies een object dat de kaas moet voorstellen. Kies één leerling om de muist te spelen. Terwijl de ‘muis’ zijn ogen sluit, verberg je de kaas. De andere leerlingen kunnen aanwijzingen geven om de muis naar de kaas te laten gaan. Laat de andere leerlingen om beurten spelen, eens kunnen ze de muis spelen en eens kunnen ze aanwijzingen geven.