Jij bepaalt het weer en de jongen zal zich kleden volgens het weer.
Hoe werkt het: klik op één van de knoppen en laat het regenen, sneeuwen of waaien, je kunt het weer ook bewolkt maken. Gebruik de scrollbar (de verticale schuifbalk) of klik op de thermometer om de temperatuur te veranderen. De jongen zal zich kleden volgens het weer. Als er geen wolken zijn kan je het niet laten regenen of sneeuwen.
Wat leer je: de student leert woordenschat om te praten over het weer.
Haal zoveel mogelijk uit de activiteit: om woorden te leren kan je klikken op de delen van de afbeelding waar je een hand ziet. Probeer zoveel mogelijk verschillende weersoorten te vinden. Herhaal zeker de woorden en zinnen die je hoort.
Groepsactiviteiten: kijk in boeken of tijdschriften, zoek afbeeldingen van verschillende soorten weer. Oefen de woorden door het weer te beschrijven.
Kies een land op een kaart of op een globe of kies een maand. Vraag een kind om te vertellen hoe het weer is in die maand op die plaats.