Hoeveel eenden zie jij?
Hoe speel je: klik op de grote groene pijl om alle eenden gezamenlijk te zien. (Er zijn 10 eenden.) Klik op de kleine groene knop om te herstarten.
Wat leer je: het kind leert te tellen tot 10. Wanneer kinderen leren tellen, beseffen ze niet dat getallen een hoeveelheid voorstellen. Deze oefening helpt hen om te begrijpen dat getallen een hoeveelheid voorstellen.
Haal zoveel mogelijk uit de activiteit: tel mee met de computer. Wacht tot de pijlknop is geklikt om het volgende getal te zeggen in plaats van alle getallen.
Groepsactiviteiten: tel verschillende objecten in de kamer. Hoeveel ramen zijn er? Hoeveel deuren zijn er? Hoeveel potloden zijn er? Terwijl je het aantal zegt, wijs je naar het voorwerp. Steek enkele potloden of andere voorwerpen in de lucht. Laat de leerlingen zeggen hoeveel ze ervan zien.
Quante papere vedi?
Come si gioca: Clicca sulla freccia verde grande per far apparire le papere una alla volta. (Ci sono 10 papere) Clicca sul pulsante verde piccolo per ricominciare di nuovo.
Che cosa si impara: Il bambino imparerà a contare fino a 10. Quando i bambini cominciano a imparare a contare, non si rendono conto che i numeri rappresentano una quantità. Quest’attività li aiuta a capire che i numeri rappresentano una quantità.
Ottieni il massimo da questa attività: Conta insieme al computer. Aspetta di cliccare sulla freccia per dire il numero successivo, invece di dirli tutti insieme.
Attività di gruppo: Conta vari oggetti nell’aula. Quante finestre ci sono? Quante porte? Quante matite? Indica ogni oggetto quando dici i numeri. Prendi in mano delle matite colorate o altri oggetti e fai in modo che i bambini ti dicano quanti ne vedono.